Vandaag 200 jaar geleden eerste dinosaurus beschreven.
Op 20 februari 1824, pas 200 jaar geleden, heeft professor William Buckland van de Universiteit van Oxford in Londen de eerste beschrijving van een dinosaurus gemaakt. Hij bestudeerde enkele fossielen, waaronder een onderkaak met opvallende tanden. Omdat hij geen idee had van het uiterlijk, gaf hij het de naam “megalosaurus”, wat ‘reusachtige hagedis’ betekent. In die tijd dacht hij dat het wezen vier poten had en wellicht 20 meter groot was. We weten nu dat deze eerste dinosaurus vleesetend was, op twee poten liep en ongeveer 6 meter hoog was, wat een interessante evolutie in onze kennis van deze prehistorische wezens laat zien.
Destijds dacht professor William Buckland dat de dinosaurus door God was geschapen en later was uitgestorven. Echter, met de voortschrijdende wetenschappelijke ontdekkingen en technologieën weten we nu dat deze dinosaurus ongeveer 166 miljoen jaar geleden leefde.
In 1677 werd in het Engelse dorp Cornwell een dijbeen ontdekt dat aanzienlijk groter was dan het dijbeen van een mens en bovendien beschadigd was. Destijds begreep men niet wat het was, en in 1763 werd het opgeschreven als iets dat leek op de ballen van mannen, zonder een volledig begrip van de oorsprong. Hoewel het nu waarschijnlijk wordt geacht dat dit dijbeen toebehoorde aan een dinosaurus, is er geen absolute zekerheid omdat het fossiel verloren is gegaan, waardoor het niet officieel erkend is. Daarom blijft de beschrijving van professor William Buckland in 1824 als de eerste officiële beschrijving van een dinosaurus gelden.
In de jaren 1880 versnelde het proces van paleontologische ontdekkingen aanzienlijk, met opgravingen en vondsten die plaatsvonden tijdens de periode van Europese kolonisatie in de Verenigde Staten, Canada en Oost-Afrika. Er werden veel fossielen ontdekt en opgegraven.
In de jaren 1960 werd een opmerkelijke ontdekking gedaan die de heersende opvattingen over dinosaurussen veranderde. Voor die tijd werd algemeen aangenomen dat dinosaurussen groot, zwaar en traag waren. Echter, in deze periode werden fossielen ontdekt die aantoonden dat sommige dinosaurussen veren hadden, wat de link legde tussen dinosaurussen en moderne vogels. Deze ontdekking opende de deur naar het inzicht dat niet alle dinosaurussen traag waren; sommigen waren snel en actief, en sommige zijn zelfs de voorouders van de vogels die we vandaag kennen.
Ondanks de vele ontdekkingen in de paleontologie blijven er nog steeds veel mysteries. Een van die mysteries is de kleur van dinosaurussen. Hoewel soms op fossielen enkele lichte en donkere structuren worden waargenomen, blijft het onduidelijk welke specifieke kleuren de dinosaurussen hadden. Moderne tehcnieken kunnen mogelijk in de toekomst meer inzicht geven in de kleuren van dinosaurussen.
Benieuwd wat we binnen nog eens 200 jaar zullen weten.
Redacteur: Sam Verstraete ( VGT nieuws )