Problemen met busdiensten: Vlaamse pendelaars blijven wachten.
Hoewel 95 procent van de Vlamingen dicht bij een halte van De Lijn woont, blijven veel inwoners achter zonder voldoende busdiensten. Sinds de invoering van het nieuwe vervoersplan zijn meer dan 3.000 haltes geschrapt, waardoor de frequentie van bussen op veel plaatsen sterk is afgenomen. Met weinig bussen tijdens de spitsuren en beperkte beschikbaarheid buiten de piekuren voelen pendelaars en studenten zich in de steek gelaten door het openbaar vervoer.
Het nieuwe plan, dat op 6 januari werd ingevoerd, had tot doel busroutes te stroomlijnen door meer te focussen op hoofdwegen in plaats van wijkroutes. Echter, de gevolgen hiervan laten velen zich afgesneden voelen van essentiële diensten. Hoewel Directeur-Generaal van De Lijn, Ann Schoubs, verzekert dat 95% van de inwoners in dichtbevolkte gebieden toegang behoudt tot een halte binnen 750 meter, maken de schaarse busdiensten deze nabijheid betekenisloos.
Bij het analyseren van de busfrequenties tijdens de spitsuren blijkt dat bijna een kwart van de haltes gemiddeld minder dan één bus per uur ontvangt. Deze inconsistentie treft vooral pendelaars en studenten die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer tijdens piekuren.
Lokaal zijn er grote verschillen waar te nemen. In West-Vlaanderen en Limburg is de situatie erger dan in andere delen van Vlaanderen. Een voorbeeld hiervan is Liesbet Dewolf, die ondanks een nabije halte nu slechts één keer per dag een bus ziet passeren.
De Lijn reageert door te benadrukken dat de basisbereikbaarheid streeft naar een efficiënt openbaar vervoersmodel dat zich richt op de vraag. Echter, de realiteit blijkt anders voor veel inwoners die worstelen met ontoereikende bus- en tramdiensten.
Redacteur: Jaron Garitte ( VGT nieuws )