Meer bomen in Europa dan 100 jaar geleden, maar niet in Vlaanderen: hoe komt dat?
In vergelijking met honderd jaar geleden is het aantal bomen in Europa aanzienlijk toegenomen, maar deze positieve trend is niet terug te vinden in Vlaanderen. Professor Bart Muys, gespecialiseerd in bosecologie en bosbeheer aan de KU Leuven, legt uit waarom.
Volgens Muys heeft Europa de afgelopen eeuw aanzienlijk meer bosgebieden gekregen, vooral in mediterrane landen zoals Spanje, Frankrijk en Italië, evenals in Oost-Europa. Deze groei komt door de verschuiving naar een meer geïndustrialiseerde samenleving, waarin minder landbouwgrond nodig is en mensen meer waarde hechten aan bosbehoud.
Een andere factor is de overgang van een economie gebaseerd op hout naar een economie gebaseerd op fossiele brandstoffen. Hierdoor is er minder behoefte aan houtkap, waardoor er meer ruimte vrijkomt voor bosgroei.
Echter, Vlaanderen vormt een uitzondering op deze trend, met een lage bebossingsindex van slechts 11 à 12 procent, vergeleken met het Europese gemiddelde van 35 à 40 procent. Dit komt door het gebrek aan beschikbare grond in Vlaanderen, wat het moeilijk maakt om nieuwe bossen aan te planten.
Het belang van bossen wordt benadrukt door Muys, die wijst op hun rol in recreatie, mentale gezondheid, de bio-economie en natuurbehoud. Ondanks politieke overeenkomsten om meer bossen aan te planten, blijft Vlaanderen achter bij de gestelde doelen.
Het probleem van bosverlies beperkt zich niet tot Vlaanderen; het is een wereldwijd probleem, vooral in tropische regio’s waar jaarlijks grote hoeveelheden bos verdwijnen. Het is belangrijk om te investeren in bosbehoud en herbebossing, niet alleen in Vlaanderen, maar over de hele wereld.
Redacteur: Jaron Garitte (VGT nieuws)